Jaren terug kwam mijn dochter thuis met de mededeling dat op haar middelbare school geen naveltruitjes en heel korte rokjes meer gedragen mochten worden. Toen ik haar en haar vriendinnen vroeg wat ze daarvan vonden, trokken ze hun schouders op zo van ‘het is niet anders’.
Ja echt, mijn stekels gingen direct rechtovereind staan. “Hoezo laten jullie je door SCHOOL vertellen wat je als vrouw wel of niet mag dragen? Dat pikken jullie toch niet? Jullie zouden moeten vechten voor dit recht van vrijheid. Dus op de barricade!
Ik vond het zelf een ontzettend goede levensles die ik daar gaf😊 De maatschappij was in mijn optiek in die jaren veel te apathisch en nam alles maar voor lief. In mijn jeugd (yeah, vroeger was dit beter) demonstreerden we voor onze rechten. Eigenlijk net de generatie voor me maar ik kreeg het staartje mee, de mentaliteit en heb meegedaan waar nodig.
Terug naar mijn dochter en vriendinnen. Ze keken me met grote ogen aan en ik zag ze denken: “Die moeder van Kiki is kierewiet”. Mijn dochter had de grootste ogen, draaide er ook nog eens mee en maakte met haar wijsvinger de ‘gestoord’ beweging. Koekoek. Ze draaiden zich als één blok om en lieten mij perplex achter in de keuken (want ik weet nog precies waar ik stond) om te gaan doen wat meisjes van die leeftijd doen.
Een paar maanden later sprak ik hierover met een andere generatie, van zo rond de dertig met nog kleine kinderen. Die beaamden: “Ja, Janneke. Je bent gestoord. Dat doe je toch niet? Is niet opvoedkundig verantwoord. Je maakt er zo anarchisten van.” En weer was ik perplex. Ook deze generatie (X) had in mijn ogen ‘geen ballen’.
Anway, ik kan in elk geval nu met veel trots vertellen dat mijn beide kids, millennials, opgegroeid zijn tot maatschappij kritische mensen en dat geeft heerlijke discussies als we bij elkaar zijn en dat is gelukkig vaak.
vertel ik jullie dit? Omdat er nu iets aan de hand is dat maatschappelijk veel aandacht verdiend en in mijn optiek totaal onderschat wordt. Er wordt niet meer gebeld. Vooral door de jongere generaties Z, A maar ook wel door Y. Ze zijn de hele dag met de telefoon bezig maar doen niet waar het ding uiteindelijk ooit voor uitgevonden is, bellen.
Ik snap dat hoor. Ben er zelfs een beetje jaloers op. Had ik dat ook maar gehad op die leeftijd. Maar… Het is een groot sociaal economisch probleem. Vooral op de werkvloer. Want doordat ze niet gewend zijn om te bellen, wordt de drempel om het te gaan doen steeds hoger. Bellen is eng, awkward en te invasief. Inmiddels zijn er al bijna 2 miljoen mensen actief in het bedrijfsleven met een bepaalde mate van bel-angst. Dat is 1 op de 5 van de beroepsbevolking en het worden er steeds meer naarmate jongere generaties in en oudere uit het arbeidsproces stromen.
Ik hoor jullie al denken: “Maar Janneke, wat is het probleem?” Daar kan ik heel kort over zijn: Het kost bedrijven veel geld! Omzet wordt misgelopen, de productiviteit vermindert en belstress verhoogt de werkdruk waar velen al aan dreigen te bezwijken. Ook maatschappelijk is dit geen goede ontwikkeling. Denk alleen al aan die 2,5 miljoen laaggeletterden die liever bellen terwijl bedrijven zich steeds meer inrichten op digitale communicatie en vaak telefonisch niet of nauwelijks bereikbaar zijn. Of opa en oma die het alleen met de appjes van de kleinkinderen moeten doen. Het bedrijfsleven is zich hiervan veel te weinig bewust en ook de maatschappij mist hierdoor een belangrijke manier van communiceren. Men vraagt mij wel eens: “Waarom zouden we dit veranderen als het zo ook goed gaat?” Mijn antwoord is heel simpel: “Het kan veel beter”.
En… de oplossing is heel eenvoudig. Ik sta op mijn ouwe dag dus weer op de door mij zo geliefde barricade! Alleen. Niet erg want iedereen is het met me eens! Toch? We zien het allemaal gebeuren. We kennen allemaal wel iemand met bel-angst. Maar wat doen we eraan? Nog niets. Laten we niet wachten tot dat het onomkeerbaar is. Ik ga dat in elk geval NIET doen.
Ik ben een activist💪 and I love it.
Geef een reactie